Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar nu, alzo zegt de HEERE, [1]uw Schepper, [2]o Jakob! en uw Formeerder, o [3]Israel! [4]vrees niet, want [5]Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. 1. Dat is, die u geschapen, tot zijn volk gemaakt en wedergeboren heeft door zijn Heiligen Geest, u roepende tot zijne kennis, naar zijn welgevallen, opdat gij Hem zoudt zijn een uitverkoren volk, geeigend tot zijne eer; zie Ef.2:10. 2. O gij mijn uitverkoren volk van Israel. 3. O gij mijn uitverkoren volk van Israel. 4. Ofschoon gij een tijdlang in de Babylonische gevangenschap en in het land uwer vijanden zult moeten zijn. 5. Te weten uit het geweld des duivels, namelijk door Christus; en Ik zal u verlossen uit de Babylonische gevangenschap.